Nertsen ruimen

We liggen hier dood
de een op de ander naast en op en onder
en boven koude lijven iemand heeft ons 
gedragen gestapeld onze poten gestrekt
rug aan rug buik aan buik onze gezichten verlaten
een sneeuwwitte zee
van sneeuwwitte pelsen

We liggen hier dood
in kisten en schappen stalen platen we kenden
elkaar waren oom neef en nicht vader
moeder broer en zus herkenden de stemmen
de geuren de ogen de nukken de sneeuwwitte koestering
van wie om ons gaven er was liefde een leven
we wisten wie we waren 

We liggen hier dood 
we kunnen elkaar nog één keer bekijken
met sneeuwwitte ogen maar dankbaar voor 
een leven gevoederd beschut onze kisten
ruim en schoon en dat het gas 
ooit moest komen de reukloze dood
dat hebben we altijd geweten