Liedje voor T.

Als ik dan zo oud ben, zo ziek en ziek oud ben
zo oud en zo grijs ben als jij niet kunt denken
dat je zoveel kunt leven dat je zolang kunt leven
dat je al zoveel dagen nachten
zoveel wereld gezien hebt

Als ik dan zo oud ben zo oud als de nacht of de uil of de eik
die al eeuwen en eeuwen dwars door alle seizoenen
zijn stam laat verweren door de wind en de regen
door de zon en de vogels de schimmels en vocht
en talloos gedierte

Als ik dan zo oud ben dat ik bijna niet meer kan praten
dat ik moet zoeken naar woorden en steeds vroeger naar bed moet
omdat ik mijn slaap zo hard nodig, want zo broos en zo kwetsbaar
en alsmaar strammer en strammer
en op het eind sprakeloos

Dan ben jij dus heel jong, zo jong als de laatste regen
die vannacht op mijn tent viel
zo jong als het gras dat elke ochtend opnieuw
vol ongeduld staat te wachten

Dan ben jij dus zo jong dat je nog alles kunt leven
dat je niet hoeft te slapen dat je alles kunt maken
dat je de wereld kunt laten dansen op al jouw verlangens
dat je eindeloos kunt dromen en dromen kunt maken
want er is alle tijd - 

Dan ben jij dus zo jong dat je nooit bang hoeft te zijn
want je bent nooit te laat en altijd op tijd ruim op tijd
om ieder te tonen hoe je loopt hoe je lacht
wie je bent wat je kunt

En dat je zo jong zo nieuw en zo anders
zo nieuw en zo jong als nooit iemand gezien heeft
als nooit iemand kon denken
en dat je zo jong een oeroude wereld
nieuw leven in kunt blazen nieuw lenteleven
vol kleur en vermoeden

Om de bast van de boom de oeroude bast van de oeroude boom
te verjongen verjongen eindeloos te verjongen
als een cirkel van leven
zodat hij weer jong wordt weer kiem en weer zaad wordt
en altijd opnieuw opnieuw kan beginnen
als lenteregen die telkens opnieuw
alle bloemen kust