Een ringetje

Wat ik om mijn vinger wind
een ringetje van prikkeldraad
ik wind en wind de lusjes
soepel
om mijn vinger
de naaldjes graven steeds
dieper in mijn vlees
Ik heradem
nu voel ik pas
geborgenheid
en vrede met mezelf
en weet ik zeker
dat ik leef