Ingmar Heytze
Ik mag van mijn vrouw
geen gedichten voordragen van
Ingmar Heytze
dat mag dus niet
Ze vindt dat ik dan verander
in een kwezel die
sabbelend aan de rokken
van een ander
zijn waardigheid verliest
Zo is het tegenwoordig
als ik in haar nabijheid
- onverhoeds, per ongeluk -
de naam van Ingmar Heytze
uitspreek
raakt ze gealarmeerd
Ze weet dat dat het begin
betekent
van mijn val
van een redelijk normale
aangepaste man in een
sprakeloze ja-knikker
Ik verkruimel als ik zijn naam
noem
dus noem ik zijn naam
niet meer